laatste brief van o. mandelstam aan r. alberti

 

leg mijn stem als ik sterf op het strand, alstublieft,

op het strand van de kaspische zee, leg hem bij zee

alstublieft, want mijn adem is altijd beklemd;

leg mijn stem in het schuim als de andere schelpen

die er neer zijn gelegd door de branding.

                                                                wie er schooit,

en zij kijkt waar een windvlaag de schuimrand verwaait,

en hem ziet, alstublieft, raap hem op, houd hem ver

van de druisende zee aan uw oor zodat u

naar de ruisende hartslag luisteren kunt

van het weekdier dat de stem ooit bewoonde

                                                                                      of

gooi hem in zee, ja, alstublieft, neem mijn stemmen en gooi

ze zo ver als u kunt in de kaspische zee

en dan spoelen ze, spoelen ze, spoelt er ooit wel een aan

 

 

noodtrap

naar het schone geheim