Die zo rijk zijn aan zichzelf (redactie Hans Groenewegen)

 

Arjen Mulder, Medium van de volledigheid.
        Mulder zet de ontwikkeling  van het vroege, ontoegankelijk geheten werk van Hans Faverey, naar het latere in een heel nieuw perspectief. Hij legt een verband tussen het cocaïne-motief in het werk van Gottfried Benn en 'Hommage à Hercules Seghers' uit Chrysanten, roeiers.
 

Martin Reints, Au pays de la métaphore.
        Reints neemt de suggestie serieus dat de poëzie Wallace Stevens invloed op Hans Faverey heeft uitgeoefend. Hij legt belangrijke gedichten naast een aantal centrale noties uit de verspraktijk van Stevens en uit zijn theoretische overwegingen. Het resultaat is zoals een resultaat altijd is als iemand als Reints ergens goed naar kijkt. Het verschaft een werkelijk inzicht in de overeenkomsten en de verschillen.

Maria van Daalen, Hoe weerloos.
        Van Daalen neemt de reeks 'Vier gedichten en Rozenmond' onder de loep. Haar speelse interpretaties leggen overtuigende verbindingen. Zij maakt aannemelijk dat Guido Gezelle zelf de voorzet heeft gegeven voor 'Rozenmond'. Zij plaatst het werk van Hans Faverey in de traditie van de Romantiek.

Rein Bloem, De schaamteloze steen.

        Hoeveel met Hans Faverey verlegenen hebben zich niet achter de inzichten van Rein Bloem verborgen? Rein Bloem zelf doet dat niet. Voor deze essaybundel  kiest hij ervoor zich opnieuw te laten verrassen. Hij geeft een flonkerende analyse van Favereys langste gedicht 'Gorter aan Zee. Bloem zou Bloem niet zijn als hij niet rijkelijk strooide met associaties met andere gedichten van Hans Faverey en met gedichten van andere dichters strooide.

Uit de nalatenschap:

        Hans Faverey heeft maar weinig interviews gegeven. In de nalatenschap bevinden zich vellen met aantekeningen voor twee van die interviews. In deze bundel zijn ze gepubliceerd. Het zijn de eerst gepubliceerde, zelfgeformuleerde poëticale geschriften van de dichter.  Verder zijn opgenomen: drie brieven aan Paul Claes, (fragmenten uit) brieven aan Lela Zeckovic, een brief aan Paula en Gerrit Kouwenaar en een aan Vera en Daniel Simonin,  bekende en onbekende foto's.

Gillis Dorleijn, '...Maar van niets het meest'.
        Dorleijn neemt de veel gehoorde verwijzing naar de muziek als uitgangspunt voor een muzikale analyse van de reeks 'Dichtheid, rimpeling, het ruisen'. Hij maakt van wat de dooddoener van het Symbolisme geworden is  tot een rijk instrument dat hij met grote vaardigheid bespeelt. Poëzie als muziek analyseren? Dorleijn laat de clichés ver achter zich.

Erik Spinoy, De sneeuwuil en de sjimpansee.

        Spinoy is een van de grootste kenners van de poëzie en poëtica van Paul van Ostaijen. Het werk van Hans Faverey kent hij van binnenuit. Verrassend is het daarom niet dat zijn essay over de verhouding van de laatste tot de eerste van hoge kwaliteit is. Wie wil weten hoe het werkelijk zit, leze het.

Wiel Kusters, Ontvreemde kristallen.

        Kusters heeft zijn grote analytische vaardigheden losgelaten op de cyclus 'Het ontbrokene'. Hij concludeert dat deze 'harde gedichten op hun eigen stille wijze staties op een lijdensweg vertegenwoordigen. Tegelijk spreken zij in beelden over het schrijven en het schrift. Zo lichamelijk is deze dichterlijke taal, dat lichaam en gedicht, schrift en vlees er op dodelijke wijze in samenvallen.'

Jean-Paul Den Haerynck, De ontsnapte dolfijn.

        Hans Faverey is lang een vreemdeling geweest in de Noord-Nederlandse letteren. Werd hij daarom met graagte gelezen door veel Vlaamse dichters. Den Haerynck laat zien hoe een aantal kenmerkende eigenschappen van de poëzie van Hans Faverey ook bij verschillende Vlaamse dichters te vinden zijn. Hij wil geen invloed heen of weer bewijzen. Dichters kunnen in elkanders licht verhelderd worden.

 

C.O. Jellema, Doorwoelde stilte.
        Jellema en Meister Eckhart mogen in een adem genoemd worden. Met het woord mystiek wordt veel gegoocheld, zowel in de poëzie beschouwing als in het dagelijks leven. We mogen ons daarom gelukkig prijzen dat Jellema zo ongemakkelijk en zo onspeculatief de poëzie van Hans Faverey heeft gelezen tegen de achtergrond van de denkwereld van  de Duitse mysticus en taalvernieuwer.

 

naar beginpagina

naar biografie