Overvloed kritieken en kronieken over poëzie Vantilt, Nijmegen 2005 |
Overvloed
In het huidige literaire klimaat dreigen teksten overstemd te worden door rumoer
en aandacht voor entourages. Hans Groenewegen heeft zich altijd tegen die trend
verzet. Niet door in de val van de contra-attack te trappen maar door, eenvoudig
én complex, te kijken naar die onder vuur liggende teksten - in het bijzonder
naar poëzie. Wat Stefaan Evenepoel constateerde na lezing van de vorige
essaybundel Schuimen langs de vloedlijn, geldt ten volle voor zijn nieuwe
studie: 'De auteur is altijd bereid om te nuanceren wat hij stelt. Hij
confronteert zijn beweeglijk commentaar voortudurend met de verzen zelf.'
Overvloed is een rijk, uitgekiend boek. Het behandelt poëzie op leven en
dood, verkent de ethisch implicaties van poëzie en luistert naar haar gesprek
met de doden. Dat geschiedt met een scherp oor voor het werk van een overvloed
aan dichters en een enkele poseur.
Overvloed bevat kleine of grote essays over: H.C. ten Berge, Paul Marijnis, Arjen Duinker, postmoderne poëzie in Nedervlaanderen (naar aanleiding van de studie van Thomas Vaessens en Jos Joosten), Geert Buelens , Jacob Groot, Koos Geerds, Hans Andreus, Christine D’haen, Jan Lauwereyns, Erik Bindervoet, Armando, Maarten Doorman, Erik Spinoy, Geert van Istendael, Lidy van Marissing, Mark Insingel, Lucebert, René Huigen, Jan Baeke, Alfred Schaffer, J. Eijkelboom, Mustafa Stitou, Anne Vegter, Peter Holvoet-Hanssen, Henk van der Waal, Maria van Daalen, Esther Jansma, Van der Graft, Gerrit Achterberg, Anneke Brassinga, Frans Budé, Tonnus Oosterhoff, Ingmar Heytze, Luuk Gruwez, F. van Dixhoorn, Ilja Leonard Pfeijffer, Jozef Eijckmans en Nachoem M. Wijnberg.
De pers
over Overvloed
naar bibliografie