de mens sterft dorstig
(bij een foto van lucebert, boedapest 1956)
gene om weg te drinken
wat niet was weg te slikken
uit de krop van de straten dit lokaal ingeglipt.
deze drinker aangetroffen.
in het oosten bleek het oosten
donkerder dan aan zee in bergen.
het met licht geladen oog op hem gericht.
teruggekeken. als omwille van een scherper beeld
op de drempel geweken. alleen met z'n oogzeer
alleen met z'n ongeneeslijke hartsgrond
in de barstenstoe zwellende straten, waar
overal vertaalbare woorden de dood vonden.
alleen met z'n dorst.
aanweziger dan in de bruikleendoka
kon de ooggetuige niet zijn.
bij het rode licht het donker
doorgedrukt. deze zien opkomen
die uit welk sterven waar
zijn uitgevroren restant thuisbracht
om het aan wie onbeschadigd,
door de tijd vermalen zich hem herinnert
voor te leggen als hypothese
waaromtrent - hartslag halszaak
oogmerk oorzaak omslag doodslag
(zo is zijn soort, hij leeft bij gerucht van vleugelslagen,
sterft andere soorten uit en de lucht, het zwartsel
van z'n adem lekt weg door de breuk in z'n keel
terug naar introductie en gingen uit sterven