Over
Het handschrift van Lucebert
''Vooral in het
vroegste werk is de relatie tussen woord en beeld intens. Lucebert, die als kind
strips tekende, heeft een tijdlang in het spoor van Klee geprobeerd een
werkelijke fusie tussen schrijven en tekenen tot stand te brengen. Eerder heeft
Hans Groenewegen die samenhang ingenieus proberen te ontraadselen.'' Cyrille
Offermans, 'Fusie tussen schrijven en tekenen', in: De Groene, 14-6-12.
''Het
handschrift van Lucebert
is een prachtig
uitgegeven studie die alleen al de moeite waard is vanwege de vele afbeeldingen
van Luceberts beeldend werk. Maar het boek biedt veel meer. Het is een erudiete
zoektocht naar de verborgen drijfveren en ondoorzichtige patronen in dit oeuvre.
Groenewegen laat zien dat ook bij een complex dichter als Lucebert een
oeuvre overstijgend helikopterperspectief mogelijk is. Hoewel hij een grote lijn
beschrijft, maakt hij die aannemelijk door het bespreken van vele gedichten en
tekeningen. Telkens mondt de analyse van een of twee gedichten uit in een
positionering van het oeuvre.
Anders dan Oegema en Salemink was Groenewegen als onafhankelijk essayist niet
gebonden aan wetenschappelijke normen. Die vrijheid leidt er bij Groenewegen
vooral toe dat hij zijn studie niet systematisch opzet, maar dat hij zijn eigen
zoektocht ook in het essay laat zien. De lezer moet daardoor af en toe goed
puzzelen om de rode draad van het betoog te ontdekken. Wie dat doet, zal zien
dat er dan een overtuigend betoog naar voren komt, geschreven door een
vakkundig interpreet.
(..)
Het is de verdienste van Jan Oegema en Hans Groenewegen dat zij in hun studies deze dubbelzinnigheid tot inzet van hun interpretatie nemen. Zij laten zien dat het talige bouwwerk van Luceberts gedichten een perspectief opent op de wereld (Groenewegen) en op het hogere (Oegema). Zij zetten daarmee de techniek van de close reading in om de gedichten voor ons lezers te laten spreken. Daarmee laten ze zien dat de soms ten onrechte verguisde wetenschappelijke sport van de poëzie-interpretatie nog altijd hoogst relevant is.'' Sander Bax, 'Stem die geen stem geeft. Lucebert tussen mystiek en moraal', in: Liter 58(juni2010).
''Offermans
en Groenewegen, twee van Nederlands meest uitmuntende essayisten, bezochten
onafhankelijk van elkaar het atelier van Lucebert in Bergen, waar de kunstenaar
vanaf 1956 verbleef (..) Groenewegen raakte in Lucceberts atelier gefascineerd
door zijn tekeningen en hij onderneemt een zoektocht naar de relatie tussen zijn
tekeningen en zijn gedichten (..) hij lijkt het artistieke oeuvre van Lucebert
niet op te vatten als een leesbare tekst, maar als een schrijfbare tekst (..) literatuur die de lezer ertoe aanzet om mee te denken, mee te creëren
(..) Offermans en Groenewegen hebben het allebei uitgebreid over de weerzin, die
zowel uit Luceberts poëzie als uit zijn tekeningen spreekt, maar beiden raken in
laatste instantie gefascineerd door de achterkant van die weerzin: de deernis
... Zij doen dat elk vanuit hun persoonlijke blik (..) soms komen zij op
hetzelfde uit (..) Maar doordat ieder zijn eigen tocht maakt aan de hand van
Luceberts oeuvre, is er van overlapping geen sprake. Een derde, even briljante
essayist, zou ook zijn toch langs Luceberts ogen, vlekken, maskers en monster
kunnen maken zonder dat we een déja-lu-gevoel hebben.'' Elke Brems, 'Weerzin
en deernis. Portretten van Lucebert', in: Karakter, tijdschrift van
wetenschap, nr. 29, 2010, pp. 9-11.
''De auteur laat zich geheel door zijn eigen observaties leiden, als lezer kijk je met hem mee. Groenewegen is een goed lezer – dat wisten we al uit eerder essaybundels over poëzie, zoals Schuimen langs de vloedlijn en Overvloed – maar blijkt ook een goed kijker. Hij 'ziet' veel. En hij kan bovendien beeldend beschrijven wat hij ziet en leest'', Kiki Coumans, 8 weekly.
"Hoewel
Groenewegen Luceberts geschreven en beeldend werk als twee volwaardige, autonome
disciplines beschouwt, suggereert hij dat hun combinatie een derde, nog rijker
oeuvre oplevert (..) zijn bevindingen worden gekleurd door een opvallend
persoonlijke toets. De toon van het boek is eerder zoekend dan academisch,
eerder intimistisch dan groots (..) Groenewegens poëtische stem gaat de analyse
echter niet uit de weg. Weinig
literaire studies laten de lezer in deze mate meedrijven op de onbevangen en
enthousiaste ontdekkingsstroom van de auteur'', De leeswolf,
september 2009.
''Groenewegen schrijft in een persoonlijke stijl en mijdt het woordje ‘ik’ niet.
Mede daardoor is dit boek, ondanks het vaak duistere werk van Lucebert, goed
toegankelijk. De analyses van de gedichten, de beschrijvingen van de tekeningen,
het vele opgenomen beeldmateriaal en de fraaie boekverzorging maken het tot een
aantrekkelijke uitgave voor Lucebert liefhebbers, en mogelijk ook tot een
enthousiasmerende eerste kennismaking voor wie weinig van de kluizenaar uit
Bergen weet.''
Nederlands Dagblad 25/9/09.
''<Groenewegen> onderdrukt zijn duidingsdrang niet noch schuwt hij de lyrische vervoering (..) Vlek als levenswerk (Cyrille Offermans) en Het handschrift van Lucebert vormen een weelderig en full-color geïllustreerd tweeluik dat een helder inzicht biedt in het atelier en de psyche van een consequent en compromisloos kunstenaar voor wie, zoals hijzelf getuigde en zoals beide boeken bevestigen, ''het dubbeltalent niet problematisch'' was.'' Renaat Ramon, 'Toeval is een vlek', in: Poëziekrant, 2009/5.
''Groenewegen zoekt het antwoord in het
materiaal, en dat maakt van zijn essay een spannende speurtocht (..) Nu onttrekt
de poëzie van Lucebert zich aan eenduidigheid, maar door de verzen en de
tekeningen naast elkaar te leggen en de dubbelkunstenaar daadwerkelijk op beide
terreinen te volgen doet Groenewegen voorstellen die controleerbaar en de moeite
waard zijn (..) Dat is een kunststukje van de beschouwer, dat bewijst hoe lonend
het kan zijn dicht bij het werk te blijven, zonder voor de essayistenneiging te
bezwijken om op te stijgen tot literatuurhistorische of
literatuurwetenschappelijke abstracties. Het handschrift van Lucebert
is een verrijking in meer dan één opzicht - niet alleen mogen we over
Groenewegens schouder mee loeren in de dwaaltuin van het volgestouwde atelier,
we worden ook aangespoord mee te denken met zijn vermetele interpretaties (..)
Ik ontken niet dat Luceberts laatste bundels getuigen van deernis, woede,
verrotting en geweld, maar anderzijds is die donkerte in zulke spetterende,
pesterige en kolkende regels neergesmeten (of zomaar zoetgevooisd neergevlijd,
want te midden van alle heisa kon hij ook de antieke minstreel uithangen), dat
Groenewegen de creatieve impulsen die van somberheid kunnen uitgaan vermoedelijk
onderschat. 'Overal zanikt bagger': dat is vitaal pessimisme! Maar ook
dat is een verdienste van het boek: we worden vrij gelaten er bijwijlen het onze
van te denken.'' Arjan Peters, Een oog om de blinden te redden, in: de
Volkskrant, 1-5-2009.
''Gelukkig zijn er in
de florerende Lucebert-vorsing twee essayisten opgestaan die goed thuis zijn in
zowel de beeldende kunst als de poëzie. Drie jaar geleden verscheen bij de
Historische Uitgeverij Vlek als levenswerk: Lucebert op papier van Cyrille
Offermans, waarin vooral de tekenaar centraal stond. In hetzelfde fonds is
nu een, wederom voorbeeldig vormgegeven, boek van Hans Groenewegen
uitgekomen, dat voor het eerst een serieuze poging doet beeld en woord op
zo’n manier met elkaar in contact te brengen dat ze elkaar wederzijds
verhelderen. Grondige analyses van tientallen tekeningen en gedichten worden
samengebracht tot een overtuigende visie op Luceberts fascinerende
kunstenaarschap, wat niet betekent dat er niets tegen in te brengen zou
zijn. Groenewegen heeft, zoals het een moedig essayist betaamt, geregeld de
neiging in het toekennen van betekenis zo ver te gaan dat raadselachtige
openheid omslaat in al te specifieke eenduidigheid. Niets verplicht de
lezer echter Groenewegen in alles te volgen. Hoe dan ook is dit boek een enorme
aanwinst voor het Lucebert-onderzoek. (..)
Ondanks de zwakke momenten waarop
Groenewegen zich te zeer heeft laten meeslepen door zijn drang tot interpretatie
is de ontwikkelingsgang die hij schetst alleszins plausibel.''
Piet Gerbrandy, 'ik
heb in het gras mijn wapens gelegd',
in: De Groene Amsterdammer, 28-5-2009.
''Als eerste vergelijkt Hans Groenewegen grondig gedichten en tekeningen van Lucebert met elkaar (..) Dat is een riskante onderneming (...) <er> komt veel aan bod dat in de traditionele Lucebert-studie blijft liggen (..) zelfs op het grootste raadsel uit de lucebertistiek geeft hij een nieuw antwoord - de vraag naar de betekenis van 'de analphabetische naam'.'' Yra van Dijk, ''Lucebert vermomde letters als poppetjes', in: NRC/Handelsblad, 22 mei 2009.
''Dankzij dit boek vol schitterende illustraties en al even schitterende teksten komt de lezer nader tot Lucebert'', J.W. in: De stem van het boek, 20(2009)2.
Als er boeken zijn over een beeldend
kunstenaar en dichter die je enthousiast maken om diens werk zelf ter hand te
nemen, dan behoort Het handschrift van Lucebert zeker daartoe (..) Het boek hoort
thuis in de rij van werkelijk schitterend uitgegeven boeken waarop de
Historische Uitgeverij patent heeft. De typografie, het papier, de druk waarbiuj
citaten in een andere kleur staan, maken het boek een feest voor het oog. Voorts
treffen we hier meer dan honderd niet eerder getoonde tekeningen aan van de
meester, kleiner dan hun originele formaat, maar iets te klein. Het boek is bijna
volmaakt vormgegeven. Er spreekt liefde uit. Wim Reedijk, 'Hans Groenewegen en
Luceberts handschrift', In de Waagschaal,38(27 juni 2009), 13-15.
Geschreven
over Met schrijven zin verzamelen. Over
poëzie in de Lage Landen
Geschreven
over van alle angst ontdaan
Geschreven
over Het handschrift van Lucebert
Geschreven
over zuurstofschuld
Geschreven
over Revolver, dossier Karel van de
Woestijne
Geschreven
over
Vrede is eten met muziek
Geschreven over overvloed
Geschreven over en gingen uit sterven
Geschreven over lichaamswater
Geschreven over grondzee
Geschreven over schuimen langs de vloedlijn
Geschreven over die zo rijk zijn aan zichzelf
Geschreven over door geen poëzie meer uitgewist
Geschreven over licht is de wind der duisternis
Geschreven over en gene schitterde op de rede
Alle kritieken samen