zo flink. zee en de horizon begint pas

voorbij de einder. blijf maar een staande

als je in de slaande regen bij zonsondergang

in die deining voor   moet. alleen

 

in het grote schip is ze zo flink niet meer. het heet

water waarop de voeten steunen moeten

geeft mee in de kruik, de kruik in de rug

koelt in de loop van de nacht helemaal af.

 

als ze teruggespoeld strandt, trekt de branding

haar lakens  behaaglijk over haar heen naar het eerste licht.

 

 

noodtrap

naar het schone geheim