hoor eens, er kan maar
één
zee zijn dan deze
ene, hier
geurend in de geopende handen van de geliefde
kust, minnende van haar glinsterende monden geplukt
niet gene
oceaanbloemen, ver
weg in oasen
opgeweld, hoog boven de zinderende
zandbladeren wiegend
op hun slenken?
zie de
vonkslag van de
noordwester
wit branden ontsteken in de
springvloed van hun duizend en één omarmingen
luister, er is maar één zee, kroon van één litoraal lichaam
noodtrap
terug naar het schone geheim