recidive

 

weer heb ik je voor het eerst omarmd, ingeademd

 

ouder, ruimer nu, had verder over het water

tegen de verte uit te varen, eerder als anders

vertrouwde ik op de terugkeer van de vreemde

 

banen licht uit de diepten tussen wolken, eerder

kuste ik je hals, zag de zwanendronk, maar nog altijd

 

breekt licht op het water en, heb ik mijn ogen niet

gesloten, verblindt het me. evengoed herken ik je

onverwacht rillen, de geuren waarin ik verzink

 

net als de eerste keer dat ik  je weerzag

 

 

noodtrap

naar het schone geheim