aan ziltgeur gaat de geur van hars vooraf
ruikt, waar het ruisen het ruisen van de wind
overstemt, deze hand nat zand naar regen
welk ruisen bij windstilte en eindelijk ligt de zee
waar komt dan het eerste zilt op de lippen
bloed ruist, de schelp en in de verte autowegen
wacht met de snee in de voet op de golfloze vloed
even, alvorens weg te zijn, ontbreekt de pijn