leeuwerik

 

wie gezocht, wie

langs de zinkblauwe lucht gezocht heeft

naar wie hij hoorde, wetend

het zilvertrillend zingen            

trekt de leeuwerik omhoog

en laat neer

de glinsterende lijnen ontspringen

nergens meer, een leeuwerik

kan in weiden dalend

en stijgend in de lucht verdwijnen

 

wie vinden, zolang de zon niet zonk,

wie desondanks de grauwe vogel vinden wou

en zocht van links naar rechts

links tegen de, zo dicht als zicht maar mogelijk is,

of toch rechts

tegen de helle zon aan, met de ogen

vond en ving

zag in een oogwenk en een korte over

gave van de lucht

duizend vogels in zijn netvlies dalen

 

noodtrap

naar het schone geheim