het is zo veruit het vergeten, diep onder de verheveling,
ruggelings in de rijpe grassen tussen de stalen voeten,
inhaleren, luisteren naar het nasale knirpsenzoemen
van de kabels, van de lippen laat, ach duizelende,
duizendvoudig lilawittewitte heggewindekelken opwaaieren
langs het hoogspanningsmastgeraamte tot ver boven
de porseleinen knoppen in het luchtnet uit, onophoudelijk
welt uit de hemel fluorescerend schuim over de zwaluwen,
deinen tegen de oever van de aude vellen dood papier