wandelaar of al verdronken, als neergelegd
door de grovere golving van licht op het onderste
stromen van de aarde, ligt lopend, zo leg je
een onvindbare dode in het graan, die niet langer
met zijn armen zijn hoofd met krimpen
zijn zachtste delen vergeefs beschermt tegen slaan
het golven houdt aan, wie er bleef staan hield zijn sikkel
voor de maan, in zijn lichaam traden de kreken
buiten hun oevers, in de stad spoelde hij aan
kwam nergens vandaan, had nergens aan meegedaan
bleef het vee uit de veewagens drijven gadeslaan
het steken, het eerste kerven werd met een vlinder
mes gedaan, in de steeg voor het slachthuis, binnen achter
in de schemer blijft, opengespalkt in het spieraam,
de geroofde os vergaan, brood sopte hij eerst in koffie