wie snijden wil
snijde, zijn vinger op de snede
aan de andre zijde van het
lemmet het brede
wie steken wil zij het heft
zelve en hij drijve
de spits zover hij
weerstand bieden blijven
kan aan de
pijn, wie het geweer neemt, schiet, treffe niet
dieper dan de
weerslag de
ontvleugelde schouder
dieper niet in de
palm van de lucht steekt de pen
wie schrijven wil,
beschrapt een blauwgrijs
palimpsest
noodtrap
naar het schone geheim